Orgelnieuws
Uniek orgel in de kapel van het Missiehuis Sint Jozef!
De geschiedenis van het orgel
Voor de kapel van het Missiehuis is in 1912 in Parijs een orgel gebouwd door de beroemde Franse orgel-bouwer Cavaillé-Coll en zijn medewerker Mutin. Dit orgelbouwergeslacht bouwde orgels in veel grote kathedralen van Frankrijk, zoals in de Notre Dame te Parijs, Rouen, Caen en zeker niet te vergeten het orgel van de St. Sulpice.
Pater Jan Suylen, die op doortocht was van een grootseminarie op Sicilië, naar een nieuwe taak in Panningen, bezocht in de zomer van 1911 samen met de student Guillaume Willem Janssen (afkomstig uit Panningen) het orgelatelier van Mutin in Parijs . Orgelbouwer Mutin vertelde dat hij vroeger les had gehad van de Lazaristen en het als een eer beschouwde voor hen een orgel te mogen bouwen.
Het klooster in Panningen was financieel geheel afhankelijk van Parijs en dus werd aan de Generale Overste in Parijs gevraagd om een orgel omdat 'de nieuwe kapel zo onaf is met twee lege galerijen'. Daarop moet deze geantwoord hebben: 'Het kind kan nog nauwelijks lopen en wil al een orgel'. Toch komt er in januari 1912 toestemming tot de bouw onder de voorwaarden dat het instrument van goede kwaliteit is, van bescheiden omvang en niet duurder dan 10.000 Franse francs.
Uiteindelijk blijkt men later toch uit te komen op 12.550 francs (omgerekend naar nu ongeveer een half miljoen euro). De bouw zal een half jaar duren. In het archief van het missiehuis is daarover uitgebreide correspondentie te vinden. Het loopt echter uit. Eind november komt het bericht binnen dat er zestien kisten per trein naar Maastricht zijn gestuurd op weg naar de eindbestemming Venlo. Twee monteurs van het Parijse atelier komen het orgel in de kapel monteren. En daar wacht hun een onaangename verrassing!
Hoe de Panningse smid een baan aangeboden krijgt in Parijs
De mondelinge overlevering zegt dat de orgelbouwers bij binnenkomst in de kapel de schrik van hun leven kregen. Volgens de hen toegezonden bouwtekeningen zou de kapel hoge spitsbogen hebben. Die waren in eerste instantie ook door de architect getekend, maar naderhand veranderd in lagere bogen omdat boven de kapel een slaapzaal werd gebouwd.
Het in Parijs vervaardigde orgelfront paste niet tussen de bogen: het was te breed en te hoog. De twee bouwers stonden voor een hopeloze opgave, waarvoor 'De lange smid' Straeten van Panningen uitkomst bood. Hij maakte zware ijzeren hoekijzers om het orgelfront aan de orgelkast, die op de tribune stond, op te hangen. De twee pinakels, die het orgelfront links en rechts moesten versieren, kwamen op de zolder van het Missiehuis terecht. De smid hield er een uitnodiging aan over om in Parijs te komen werken, waar hij toch maar niet op in ging.
De kwaliteit van het orgel
Bij de inspeling op 21 december 1912 door een Parijse organist maakt het orgel een voortreffelijke indruk op beroepsorganisten, zoals de organist van de kathedraal van Roermond en op amateurs. Ze zijn enthousiast over de kwaliteiten van het orgel en de plaatsing in de kapel. Overste Hubert Meuffels dankt enkele maanden later de Generale Overste te Parijs voor dit magnifieke cadeau en zegt dat men verrukt is.
Dit Panningse orgel is uniek in Nederland omdat het nog geheel in de oorspronkelijk staat verkeert. (In Hilversum en Wassenaar staat een salonorgel van Mutin en het Mutin-orgel in de kapel van bij de zusters Benedictinessen in Oosterhout is in de loop der jaren ingrijpend gewijzigd.)
Het orgel in Panningen telt 12 registers en heeft 2 manualen en een zelfstandig pedaal. Het heeft een romantisch karakter met helder sprekende stemmen. Het pijpwerk is nog steeds in goede staat en het mechaniek is na 100 jaar nog geheel intact. Het orgel wordt reeds jaren door de orgelbouwer Verschueren uit Heythuysen als een unieke kostbaarheid gekoesterd.
De provinciale Staten van Limburg laten het Missiehuis in maart 1994 weten dat het orgel op de rijksmonumentenlijst is geplaatst, vanwege het belang voor de geschiedenis van de orgelbouw en op grond van de hoogwaardige kwaliteit van dit 'zeldzame orgel uit het bekende Parijse atelier van A. Cavaillé-Coll en Mutin'.
De toekomst van het orgel
Het orgel is meer dan 70 jaar alleen voor intern liturgisch gebruik ingezet. Pas in 1986 is het instrument ook 'ontdekt' als concertinstrument en sindsdien jaar heeft GAKU Helden jaarlijks een of meerdere concerten georganiseerd, meestal in het kader van SOL (Stichting Samenwerkende Orgelvrienden Limburg). Daarmee kreeg het orgel de bredere bekendheid die het verdient.
Technische gegevens van het orgel:
Dispositie Mutin orgel
• Grand orgue (C-g3 )
• Montre 8
• Prestant 4
• Flûte harmonique 8
• Bourdon 16
Recit Expressief (C-g3)
• Viole de Gamba 8
• Cor de Nuit 8
• Flûte Octaviante 4
• Voix Celeste (C-g3) 8
• Trompette 8
• Basson Hautbois 8
Pédale (C-f1)
• Soubasse 16
• Basse Ouverte 8 (transm.Flûte Harmonique)
Tirasses(t.) en Copulas (c.)
• t. Grand Orgue
• t. Récit
• t. Trompette (van Récit)
• Expression (trede)
• c. Recit Uni (I/II)
• c. R.O.G. (= Récit Octave Grave, I+II 16)
Meer informatie over het orgel
Voor meer informatie kijkt u op de website van de Orgelkring Peel en Maas