Missiehuis Sint Jozef
De Congregatie der Missie (Lazaristen)
Op het einde van de 19e eeuw was de politieke situatie in Frankrijk en Duitsland sterk antireligieus. In Frankrijk was het door de wetgeving van Jules Ferry aan religieuze genootschappen verboden les te geven. Dit had tot gevolg dat de Lazaristen, die vele seminaries bedienden, deze moesten verlaten. Ze zochten hun heil elders. In Duitsland was het Bismarck, die met zijn Kulturkampf, dezelfde politiek volgde.
Dit betekende een uittocht van vele religieuzen naar Nederland. Langs de zuidgrens vestigden zich congregaties uit Frankrijk en langs de oostgrens uit Duitsland.
Zo kwamen de Lazaristen in 1882 met hun seminarie van Loos-les-Lille (Rijsel) naar Wernhoutsburg aan de Belgische grens, gemeente Zundert.
De congregatie kocht de leegstaande pakhuizen en stallen van Van Gent en Loos. Wernhoutsburg kwam in relatief korte tijd tot grote bloei. Het seminarie was ingericht op een Franse leest, met het Frans als gebruikstaal. Misschien daardoor was het sterk Europees. In 1914 telde het 208 studenten. Onder hen 117 Nederlanders, 61 Fransen, 7 Belgen, 6 Duitsers, 2 Zwitsers, 2 Luxemburgers, 1 Engelsman, 1 Zweed en 1 Peruaan.
Missiehuis Sint Jozef Panningen
Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerden bijna alle buitenlanders naar hun land terug. Na veel moeilijkheden wisten de Nederlanders het seminarie te behouden. Omdat Wernhoutsburg intussen te klein geworden was om ook nog het noviciaat en de hogere studies te herbergen, werd besloten een nieuw huis te openen. In het bisdom Roermond vond men in 1903 een leegstaand klooster in Panningen. Het kreeg de naam Missiehuis Sint Jozef.
Vanaf het begin van zijn bestaan is dit Missiehuis in Panningen een centrum geweest van waaruit talrijke missionarissen uittrokken naar alle werelddelen.
Het Missiehuis Sint Jozef te Panningen is, na de sluiting van het Groot Seminarie, het centrale huis van de Lazaristen in Nederland. Hier zijn alle bestuurlijke en administratieve diensten ondergebracht. Sinds de Nederlandse Lazaristen vanaf 1 augustus 2015 geen zelfstandige provincie meer vormen, valt het Huis rechtstreeks onder het Generalaat in Rome.
Missionaire geest van de Nederlandse Lazaristen
De Nederlandse Lazaristen erfden van hun Franse stichters een sterke missionaire geest die precies paste in de brede en diepe missiegeest die er in Nederland heerste in de tweede helft van de 19e eeuw en de daarop volgende 20e eeuw.
Al vroeg trokken Nederlandse Lazaristen, veelal opgeleid in Frankrijk, naar China, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Toen de groep in Nederland sterk genoeg geworden was, werd de Nederlandse provincie opgericht in 1921. Aan deze provincie werden gebieden in China (1899) en in Bolivia (1918) toevertrouwd, vervolgens in Indonesië (1923) en in het noordoosten van Brazilië (1927).
In het in ontwikkeling zijnde mijngebied van Zuid-Limburg werden parochies aangenomen en werkzaamheden verricht die te maken hadden met sociaal werk onder de mijnwerkers: Rumpen, Nieuw Einde en later Lindenheuvel/Geleen. De naam van Joseph Colsen zal niet gemakkelijk vergeten worden.
Werk werd verricht in ziekenzorg, gevangenissen, industriepastoraat en onder woonwagenbewoners.
Daarnaast verleende de Nederlandse provincie met veel roepingen en weinig geld assistentie aan andere provincies en landen. Vele Lazaristen waren werkzaam in Chili, in Centraal-Amerika, in landen als Panama, Costa Rica, Nicaragua, El Salvador en Guatemala, en de USA.
De Belgische provincie werd bijgestaan in Kongo.
In de vijftigerjaren van de twintigste eeuw vertrokken confraters naar Taiwan. Later gingen zij op in een nieuwe Chinese provincie.
In 1956 werd de missie van Ethiopië aangenomen en in 1957 vertrok een groep Nederlandse Lazaristen naar Curaçao.
In Nederland werd deelgenomen aan allerlei missionaire activiteiten.
Het werk van de missietentoonstellingen, van de zelatrices, van de missieactie in Susteren. Allerlei publicaties volgden, onder meer in het tijdschrift “Vincentius a Paulo” en later “Missiefront”. Deelname aan acties voor de verschillende missiegebieden.
Uit een veelheid aan gegevens noemen wij de provincies door ons gesticht : Indonesië 1958, Fortaleza 1967, Ethiopië 1993.